Slapen is heerlijk. Vooral na een lange werkdag (of wanneer we op vrijdagavond zijn gaan stappen) kunnen wij niet wachten om ons bed in te duiken.
Toch kan het ook af en toe ook wel eens voorkomen dat je een korte nacht hebt. Als dit meerdere keren achter elkaar gebeurd, kan het erin hakken. Met het gevolg dat je je moe en futloos voelt en je ogen af en toe dicht vallen wanneer je overdag aan het werk bent. “Dit moet anders”, denk je dan. In het weekend moet en zal je uitslapen. Geen wekker die je tegenhoudt. Je ’s ochtends nog vier keer om kunnen draaien klinkt als muziek in de oren.
Het klinkt inderdaad fantastisch, maar zo fantastisch is het eigenlijk helemaal niet. Want te veel slaap is net zo slecht voor je als te weinig slaap.
Hoe zit dit precies?
Dit heeft alles met je biologische klok te maken. Als je normaal gesproken om half 11 gaat slapen en om 7 uur opstaat is dat het ritme wat jouw biologische klok gewend is. wanneer je korter, of dus langer slaapt, verstoort dit je biologische klok. Je ritme wordt door de war geschopt.
Je bent dus op je best als je je normale ritme aanhoudt, hoe vervelend dit ook klinkt (wij snappen je. We willen ook maar al te graag uitslapen in het weekend). Maar hé bekijk het positief. Zo hou jij je biologische klok tevreden én heb je extra tijd die je in andere dingen kan steken.
Hou jij van snoozen?
> Zo kom je ’s ochtends WEL je bed uit
> 3 items die je ’s ochtends nodig hebt