(Mag ik May zeggen? Ik ken je eigenlijk alleen van Hi and Bye, en natuurlijk van je knappe teksten, maar May klinkt zo gezellig).
Ik volg jouw Voice-Naklets op Amayzine.com trouw. Het is niet alleen ontzettend grappig geschreven maar vooral ook spot-on en een feest der herkenning. Tot ik, nou ja, wel indirect, ineens een paar weken geleden onderwerp was. Soort van. Het ging namelijk over de dasspeld van Guus. En daar voel ik me, als zijn styliste (die pet zet ik voor dit stuk even op, dat houdt het duidelijk) natuurlijk hartstikke verantwoordelijk voor.
Nu vind ik het over het algemeen vrij bloedirritant als televisiekijkend Nederland zich bemoeit met de styling op het scherm (is lekker om te doen; snap ik ook wel) en daar dan over losgaat op social. Vaak sis ik zachtjes verwensingen als het mij onder ogen komt (ik zoek het niet op) maar ik reageer braaf niet (wat ik best wel wijs van mezelf vind want jeuken doet het). Niet alleen irritant maar vooral heel erg lelijk vind ik het, als modemensen elkáárs werk en publique afplassen. Kleden en laten kleden, denk ik dan.
Misschien verwacht je nu een fashionfittie maar May, ik vond jouw commentaar dus leuk. Je vroeg je hardop af wat waarschijnlijk nog veel meer mensen met jou zich afvroegen (die dásspeld, why?). Ik leg je (jullie, misschien wel) dan ook graag het waarom uit.
Heel eerlijk: ik zag ‘m eerst ook niet zitten, die speld. Mijn stelregel is altijd: ik honderd procent zeker + degene die het draagt honderd procent zeker = we-doen-het-en-dan-mag-iedereen-er-iets-van-vinden-maar-wij-blijven-blij. Als ik dus zelf niet om was gegaan, had ik het niet gedaan. Maar ik stond er honderd procent achter (wat er best raar uitziet, zo’n lang lijf achter zo’n klein speldje).
Ik neem je mee terug naar de zondag in oktober, toen de bewuste dasspeld ineens volstrekt onverwachts zijn intrede in mijn, tot dan toe, dasspeldloze leven deed. De kledingset voor die bewuste opnamedag was keurig doorgepast, afgespeld, ingenomen en strakgestreken. Enige wat nog tussen de outfit en eeuwige roem in stond was een laatste check op beeld, tijdens de generale. Guus stropt zijn das (ja, zelf, het zijn de kleine dingen waar je ineens ondersteboven van kunt raken) en spreekt de, inmiddels legendarische, woorden: “Moet daar niet een dasschuif bij?”.
En daar sta je dan. Straalverliefd (ik vind dat werk en privé scheiden gewoon ook nog even een dingetje) en dan begint ie over een dás-schuíf. Ik kende het woord niet eens! Omdat ie me eerder verrast heeft qua plotselinge ingaves op het gebied van kleding (heb niet voor niets jarenlang zijn derde naam Modestus verbasterd tot Modezus, maar dat doen we nu maar niet meer) dacht ik: “kan mij het. Het is zondagmiddag, we hebben nog vijf uur tot de opname die ik anders Haribo-kauwend weg zou kijken. Ik ga gewoon naar Amsterdam. Ze hebben zo’n ouderwets ding toch niet maar dan heb ik in ieder geval mijn best gedaan.”
Ik rijd de P.C. in en je gelóóft het niet May, maar ik zie een loeigroot billboard van The Kooples. And never guess what: het model in kwestie was dus be-dasspeld. En het zag er best cool uit. Heel cool eigenlijk. Rock & Roll in een klassieke vorm. Ik was de buschauf uit de jaren ’80 al bijna vergeten. Toen Oger ook een best serieuze sortering bleek te hebben (ik koos de Lanvin, als je dan zo’n schuif wilt, kun je ‘m krijgen ook) kreeg ik zomaar het gevoel dat ie dus ook echt weer kon. Had ik al gezegd dat Ryan Reynolds ook regelmatig een dasschuif draagt?
En nu ben ik niet zo van het ‘is-het-wel-in-de-mode-ja-of-nee’ maar het hielp me weer even ander perspectief te krijgen. En eenmaal aan (doe je zoiets aan, eigenlijk? Of om?) vond ik het totaalplaatje knap. Knapper, natuurlijk.
Het zou misschien kunnen dat ie dus nog een keer voorbijkomt. En we zijn ook iets van plan met stipjes (inderdaad: we praten er lang, heel lang en uitgebreid over…). Ik bereid je maar vast voor. Wil je dan alsjeblieft weer commentaar geven? En kritische vragen blijven stellen?
Liefs,
Manon